Interview met prof. Peter Luijten

Prof. Peter Luijten is vice-dean van het strategisch thema Life Sciences. Hij werkt sinds 2005 bij het UMC Utrecht, waarvan de laatste jaren als divisievoorzitter Beeld & Oncologie. Die brede UMC-ervaring gekoppeld aan zijn nieuwe rol betekent voor het Utrecht Science Park en inspirerende boost als het gaat om het verbinden van innovatief onderzoek aan implementatie in de praktijk. In dit interview geeft hij zijn visie op de mogelijkheden van samenwerken binnen de oncologie op het USP.

Van wilde ideeën naar zinvolle toepassingen

Onze uniciteit is dat we innovatieve en soms heel wilde ideeën uiteindelijk écht vertalen naar ongelooflijk zinvolle toepassingen van wetenschap en nieuwe technologie. Hier op de campus wordt nieuwe medische technologie ontwikkeld die grote impact heeft op hoe de oncologische zorg wordt vormgegeven en in de kliniek kan worden geïmplementeerd. In Utrecht is de stap van het idee tot een zinvolle applicatie in een patiënt, eigenlijk heel erg klein en opvallend snel.

Er is een enorme rijkdom aan ideeën op het gebied van innovatieve zorg, zorg van morgen en nieuwe inzichten rond kankerzorg en de behoefte is groot om dat volgens bepaalde patronen, zo snel mogelijk bij de patiënt te krijgen. De afgelopen jaren is dat in een aantal gevallen heel goed gelukt en in een aantal gevallen moeten we er nog van leren en versnellen.

Waar het al snel ging, was in de (voormalige) divisie beeld. Een van de zaken waarin Utrechtse oncologie echt uitblinkt, zijn de beeldgestuurde therapieën. Daar zijn we heel ver mee gekomen. We zien dat het technology readiness level (TRL) heel hoog is en dicht tegen de patiënt aan zit. Aan de andere kant zijn er heel veel nieuwe concepten die nog helemaal ontwikkeld moeten worden. Maar de hele keten is er. Wat we gaandeweg geleerd hebben en nog steeds leren is dat we op het Utrecht Science Park en in de regio, dus in onze eigen achtertuin, alles wat we aan instrumenten voorhanden hebben, ook in werking moeten stellen om de translatie van innovatie naar zorg zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Qua beeldgestuurde therapie en het gebruik van organoïden zijn we daar ver mee, maar er is nog veel meer dat  de complexe oncologische zorg verder kan brengen.

Dát is het nieuwe normaal

Concrete voorbeelden van onder 1 dak tot stand gekomen technologische toepassingen  zijn de MR-HIFU (High Intensity Focused Ultrasound), MR-Linac (een combinatie van een radiotherapie versneller met een diagnostische MRI) en de nucleaire geneeskunde met het verder ontwikkelen van theranostics. Bij al deze ontwikkelingen zijn wetenschap en patiëntenzorg nauw verbonden.

Hiermee wordt de kunnen nieuwe concepten sneller in de kliniek geïntroduceerd worden. Dit leidt niet alleen tot nieuwe en betere oplossingen voor de patiënt. Ze maken ook de processen binnen het ziekenhuis veel minder kwetsbaar doordat veel van deze nieuwe methoden veel minder afhankelijkheid zijn van hele complexe ketenzorg. Immers, in het klassieke model is het hele systeem afhankelijk van allerlei verschillende onderdelen: de operatiekamer, het personeel moet er zijn, de anesthesie moet goed ingeregeld zijn, er moeten voldoende verpleegbedden zijn, genoeg verpleegkundig personeel.

“We hebben een fantastisch track record op een aantal deelgebieden om hele innovatieve veranderingen in de zorg naar de patiënt van nu te brengen én naar de patiënt van straks. Als je dat koppelt aan die enorme rijkdom aan kennis en inspiratie, loop je wereldwijd voorop als centrum dat excelleert in het brengen van nieuwe oplossingen in de oncologische zorg voor patiënten.”

Als we iets in het afgelopen jaar geleerd hebben, is het wel dat er maar 1 van die schakels in de keten niet goed hoeft te werken en dan valt het hele systeem om. Wij werken aan allerlei innovaties die daar omheen een weg beginnen te vinden waardoor je veel minder kwetsbaar wordt als gezondheidssysteem. En als er nou écht iets nodig is, dan is het dat! Als je het over het nieuwe normaal hebt, dát vind ik het nieuwe normaal.

Alles voorhanden op postzegeloppervlak

Er zijn weinig plaatsen in de wereld waar alle disciplines die relevant zijn voor de Life Sciences op zo’n klein oppervlak bij elkaar komen. Een sterk academisch ziekenhuis met aan de overkant van de straat  basale onderzoekers van wereldfaam verzameld in de beta faculteit en diergeneeskunde. We hebben farmacie. We hebben unieke samenwerkingsmogelijkheden met het grootste kinderoncolgische centrum van Europa, het Prinses Maxima Centrum. Met het Hubrecht Laboratorium hebben we een van de meest vooraanstaande laboratoria in de wereld op het gebied van biologische ontwikkelingen.

Van het allereerste ontstaan van kanker tot en met de nabehandeling en het hele spectrum daartussen hebben we op een postzegeloppervlak beschikbaar. Dat is nergens anders het geval en die potentiele kracht moeten we benutten want we kunnen er nog veel meer uithalen dan we nu doen. We moeten elkaar nog beter weten te vinden. Door een congres als dit te organiseren, door meetings, door veel meer gebruik te maken van elkaars faciliteiten, we moeten werken aan deelaanstellingen, samen op zoek naar gezamenlijke onderzoeksthema’s.

We kunnen en moeten ons naar buiten toe veel meer gezamenlijk profileren en positioneren. Utrecht is dé plek voor toponcologisch onderzoek. En of je nou in de betafaculteit, in het UMC Utrecht of in Hubrecht of PMC werkt, dat zou uiteindelijk niet moeten uitmaken. Aan die gezamenlijkheid moeten we nog werken. De individuele instituten en onderzoekers zijn bekend maar de connotatie met Utrecht één van de allersterkste ontbreekt.

We hebben de regio nodig

Daarnaast moet de samenwerking in de regio naar een hoger plan gebracht worden. Het is geen luxe om regionaal samen te werken; het is een noodzaak. Als we een wereldspeler willen zijn hebben we volume nodig. Volume dat kan worden verkregen door naadloos samen te werken met alle zorgaanbieders in de regio: huisartsen, verzorgingsinstellingen, ziekenhuizen en lokale overheden. Het netwerk is key!