Interview met Janneke Brink-Daamen

Drs. Janneke Brink-Daamen is voorzitter van de Raad van Bestuur van Tergooi, een regionaal ziekenhuis in de Gooi en Vechtstreek. Nu nog gevestigd op 2 locaties in Hilversum en Blaricum maar in 2023 in de state-of-the-art nieuwbouw op locatie Monnikenberg in Hilversum. Om in een groene omgeving hoogwaardige zorg te bieden en vorm te kunnen geven aan innovatie van die zorg, om zo bij te dragen aan de kwaliteit van leven van mensen met kanker. In dit interview vertelt Janneke Brink-Daamen over het belang van samenwerken in de regio.

Ons nieuwe ziekenhuis wordt state-of-the-art. Bij Tergooi staat vanzelfsprekend het welzijn van patiënten voorop en in het nieuwe ziekenhuis hebben we zometeen een groene omgeving waar we op de minst belastend mogelijke manier chemotherapie zullen geven. Omdat we ervan overtuigd zijn dat een prettige, groene omgeving stressreducerend werkt, waardoor mensen minder pijn ervaren.

Enerzijds door een letterlijk groene omgeving, in het bos, en anderzijds door het stimuleren van mensen om meer te bewegen. Want ook dat is een belangrijke innovatie van zorg. Maar ook voor innovaties als preventie en kwaliteit van leven, hebben we onze academische partners nodig om samen te werken in onderzoek. We werken elke dag samen aan de beste zorg.

Samenwerken met academische centra

Door onze centrale ligging hier in de Gooi en Vechtstreek werken we o.a. veel samen met UMC Utrecht en Amsterdam UMC. De innovaties in oncologie hebben de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen en voor ons staat in de samenwerking met andere centra de kwaliteit van zorg voorop. Door het bundelen van kennis en door het samen optrekken met opleiders en onderzoekers.

We zijn een algemeen ziekenhuis en hebben geen volledige onderzoeksdivisie zoals bijvoorbeeld in het UMC Utrecht, waar binnen het Juliuscentrum onderzoek gedaan wordt naar preventie. Wij kunnen de kennis die in de academie wordt opgedaan, gebruiken om in ons programma in de regio met de huisartsen en de VVT in praktijk te brengen. Dus de Gooi- en Vechtstreek is de proeftuin.

Toekomstbestendige, duurzame zorg

In ons nieuwe ziekenhuis kunnen we alle hoogwaardige zorg bieden. In het multidisciplinaire overleg regio Utrecht (Oncomid) waarvan wij voor de urologie deel uitmaken, worden alle nieuwe kankerpatiënten gezien en zijn we met elkaar in gesprek om te kijken waar specifieke behandelingen plaats moeten vinden. Dat hoeft niet altijd in ons eigen ziekenhuis, dat kan ook in een ander ziekenhuis.

Toekomstbestendige of duurzame zorg betekent voor mij dat we de zorg anders moeten gaan organiseren. Anders krijgen we het in de toekomst niet meer voor elkaar. We hebben te weinig mensen in de zorg en het gaat te veel geld kosten.

“Samenwerking is pas echt succesvol als je samen resultaten behaalt die je individueel niet kunt realiseren. Waarbij alle partners over hun eigen schaduw heen stappen ten gunste van het grotere belang.”

Vanwege de groei in de zorgvraag, de vergrijzing en het aantal behandelingen dat daardoor toeneemt, stijgen de zorgkosten door en dat is niet toekomstbestendig. Toekomstbestendig betekent dat we met minder mensen meer zorg gaan leveren. Dat doe je door digitalisering, door samen te werken met de regionale partners maar uiteraard ook door in te zetten op preventie dus op voorkomen dat mensen in het ziekenhuis komen. En dat is niet alleen aan de ziekenhuizen maar ook aan bv. huisartsenpraktijken, verzorg- en verpleegtehuizen, GGZ, gemeenten, en partners uit het sociale domein. Uiteindelijk worden wij als ziekenhuis niet betaald voor preventie, wij worden betaald voor ‘reparatie’.

Regionale projecten om de zorg te transformeren

Dat de zorg moet transformeren is evident. We zijn in de regio samen met de VVT (verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg) en de huisartsen druk doende om de zorg anders te organiseren. Ook dat is innovatie want je richt je werkprocessen anders in. Terwijl je in bijvoorbeeld een oncologisch netwerk veel meer focust op de innovatie van de behandeling.

In deze mooie overzichtelijke regio is één ziekenhuis, zijn er 4 grote VVT-instellingen en is er één coöperatie met 145 huisartsen en die partijen werken goed met elkaar samen. We kennen en vertrouwen elkaar. Voor Zorgverzekeraar Zilveren Kruis aanleiding om te investeren en te participeren in het ontwikkelen van de toekomstbestendige zorg. En dus gaan de transformatiegelden voor een groot deel naar ons programma om hier in praktijk te brengen. We hebben nu 70 zorgprojecten lopen die allemaal gaan over het anders organiseren van zorg en bijna de helft van onze medisch specialisten zijn daarbij betrokken.

‘Zorg móet dichterbij’ is onze visie dus alles wat we doen draait om het anders organiseren van de zorg, dichterbij de patiënt. En bij die 70 projecten is niet alleen de helft van de medisch specialisten betrokken; álle vakgroepen zijn betrokken en bij 40 % van die projecten zijn ook huisartsen betrokken. Ook de VVT begint nu aan te haken.

Het nieuwe Tergooi ziekenhuis

Wij gaan door. We moeten ook door want we willen straks passen in het nieuwe ziekenhuis, dat 30% kleiner is dan onze huidige twee ziekenhuizen samen. Dus dat is een goeie stok achter de deur. Maar tegelijkertijd zie je dat elk project wordt getrokken door een zorginhoudelijk iemand, dus door een dokter, verpleegkundige of huisarts en die worden natuurlijk niet enthousiast van het alleen maar efficiënter organiseren van zorg. Die worden enthousiast van het verhogen van de kwaliteit van zorg. Dat deze projecten succesvol zijn is ook alleen maar te danken aan het feit dat elk project bijdraagt aan de kwaliteit van zorg.

De omzet voor de komende jaren blijft gelijk. Maar de vraag neemt toe en we moeten straks de goede patiëntengroep op kunnen vangen. Dus iedereen die pitcht bij het programmabestuur moet langs die lijnen z’n voorstel komen doen.

Inspelen op de stijgende zorgvraag

Het allerbelangrijkste is dat wij het vertrouwen hebben met elkaar. Want natuurlijk werden huisartsen en VVT in het begin zenuwachtig van het kleinere ziekenhuis. Als je al tot over je oren in het werk zit om de zorgvraag te kunnen beantwoorden en een tekort aan bedden en medewerkers hebt, wil je natuurlijk niet dat er nog meer op je bord komt doordat er een kleiner ziekenhuis wordt gebouwd. Maar nu zijn we ons allemaal bewust van het feit dat de stijgende zorgvraag een gezamenlijk probleem is. Ik kan wel alles over de schutting gooien naar de huisartsen maar als de huisartsen het vervolgens niet redden, heb ik daar ook problemen mee. Als ik mijn patiënten niet uit kan plaatsen naar de VVT omdat ze niet voldoende medewerkers hebben, ook dan hebben wij problemen.

We spreken gewoon onze belangen uit, vertrouwen erop dat we met z’n allen hetzelfde doel hebben en dat er geen verborgen agenda’s zijn, dat niemand de kaarten voor de borst houdt en dat we het delen als het niet goed voelt of als je dingen niet voor elkaar krijgt. Het lef om je dromen en angsten te delen. Dat creëert de basis van het vertrouwen en de gedeelde visie waarop we samen de innovatie van regionale zorg kunnen vormgeven.